James Herriot ontdekt dat het beroep van dierenarts heel iets anders is dan hij zich tijdens zijn studie heeft voorgesteld. Een sterke maag, een goede kennis van het platteland en een paar stevige laarzen blijken bij het bezoeken van de boerderijen belangrijker dan boekenwijsheid. Wanneer James Herriot na zijn studie een baan als assistent-dierenarts accepteert in het charmante plaatsje Darrowby, worden zijn illusies wreed verstoord. Het plaatselijke dialect is een struikelblok en het is niet gemakkelijk om het vertrouwen te winnen van de plaatselijke bevolking. Na één dag realiseert James zich terdege wat een baan in Yorkshire inhoudt. Spoedgevallen, een stier met een zonnesteek en de kwalen van Tricky-Woo, het verwende schoothondje van mevrouw Pumphrey, vormen slechts een paar van de problemen die James in zijn dagelijkse praktijk tegenkomt. Hij komt al snel tot de ontdekking dat een hondenleven heet wat eenvoudiger is dan het leven van een dierenarts. In de praktijk gaat alles zijn gangetje, maar de financiële administratie is een puinhoop. Siegfried komt met de oplossing. Hij roept de hulp in van mevrouw Harbuckle, een efficiënte secretaresse die de kassa met ijzeren vuist regeert.